AMSTERDAM - Baby’s van 14 maanden die
veel gebaren maken om te communiceren, beschikken over een grotere
woordenschat op latere leeftijd. Dat blijkt uit Amerikaans
onderzoek. De onderzoekers filmden 50 kinderen en ouders met een
verschillende sociale achtergrond en telden het aantal gebaren dat de
baby’s maakten. Daaruit bleek dat rijke ouders hun kinderen meer stimuleerden om te bewegen, deze baby’s maakten dus ook meer gebaren. Bredere woordenschat. Kinderen die gestimuleerd werden om
gebaren te maken bleken op latere
leeftijd, in de eerste kleuterklas, een bredere woordenschat te hebben.
„Op 14 maanden zijn er nog geen verschillen in het praatgedrag van
kinderen, maar we zien wel verschillen in de gebaren die de baby’s
maken.”
Dit onderzoek verklaart waarom kinderen van arme
families het minder goed doen op school, hun communicatieve
vaardigheden zijn blijkbaar slechter. "Hoogopgeleide ouders praten meer
en zijn vaker bezig met hun kinderen dan arme mensen", aldus de
onderzoekers.
Iets lekkers
Gebaren die je je kind
bijvoorbeeld kunt leren is het zwaaien van een van de handjes bij het
oor als iets lekker is. Of bedenk een gebaar voor eten en drinken en
spelen.
Voor een kind is het heerlijk dat het kan aangeven dat
het iets wil, ook al kan het nog niet praten. Op die manier voorkomt
gebarentaal frustratie; het levert juist veel zelfvertrouwen op!
Bron: De Telegraaf