Baarsjes is Bruggemann gastspreker van de stichting Gehandicapten
Platform De Baarsjes, die gisteravond een burgerinitiatief heeft
ingediend om kinderen met een handicap of beperking toegang te geven
tot regulier onderwijs - het zogenoemde inclusief onderwijs.
In
gebarentaal spreekt hij de deelraad toe, en een gebarentolk vertaalt
zijn betoog voor het inclusief onderwijs. Bruggemann is het levende
argument voor dat onderwijs, en bovendien strijdbaar: "Ik bén niet
gehandicapt, ik héb een handicap."
Bruggemann begon op de
Ammanschool, een school voor dove kinderen in Amsterdam. Toen hij negen
was, werd vastgesteld dat hij het Ushersyndroom had. Hij was al doof
geboren en zijn evenwichtsorgaan functioneerde niet, maar zijn netvlies
ging ook nog langzaam maar zeker achteruit. Op dit moment ziet
Bruggemann zo weinig dat hij 'maatschappelijk blind' is.
Op
verzoek van ouders werd hij overgeplaatst naar de Rafaelschool, de
enige school in Nederland voor doofblinde kinderen, maar destijds, in
de jaren tachtig, was het moeilijk voor hem zich daar te ontwikkelen,
omdat de meeste kinderen ook een geestelijke beperking hadden.
Mavo-niveau
Op
zijn veertiende werd hij niet toegelaten op het voortgezet speciaal
onderwijs op mavo-niveau, omdat hij niet duidelijk genoeg kon spreken.
Bruggemann: "Er werd dus niet gekeken naar mijn intelligentie, maar
naar mijn verstaanbaarheid. Mijn ouders gingen op zoek naar een mavo
die mij wilde accepteren, want regulier onderwijs voor leerlingen met
een beperking was toen geen recht, maar een voorrecht."
Zijn
ouders waren ervan overtuigd dat Bruggemann veel meer kon presteren dan
lbo-niveau. Bruggemann: "Ze stonden bekend als lastige ouders, die de
beperking van hun kind nog niet hadden verwerkt en geaccepteerd."
Uiteindelijk
maakte Bruggemann, met hulp van gebarentaaltolken, de mavo af, daarna
de havo, en daarna haalde hij zijn bachelor's degree in sciences aan de
Gallaudet Universiteit, een 'dovenuniversiteit' in de Verenigde Staten.
Als
geen ander kan Bruggemann dus oordelen over de voor- en nadelen van
speciaal onderwijs, regulier onderwijs voor leerlingen met een handicap
en 'inclusief onderwijs'. Bruggemann: "Het speciaal onderwijs is zeker
in het begin een goede ontwikkeling. Alle kinderen hebben een
beperking, en zo leer je jezelf beter begrijpen en accepteren."
Reistijden
Maar
de reistijden naar zo'n bijzondere school zijn lang - Bruggemann was
tussen 07.30 uur en 17.00 uur van huis - en de eisen en verwachtingen
die aan de leerlingen worden gesteld zijn laag. Bruggeman: "Een
proefwerk mocht je vier keer overdoen, en er wordt te veel gekeken naar
wat een leerling niet kan, en niet naar wat hij wel kan."
Zijn
ouders kregen Bruggemann op een reguliere mavo, lekker dicht bij huis.
De overgang naar havo 2, op een school met duizend leerlingen, viel
zwaarder. Zijn leraar Duits opperde dat hij maar op de gang moest gaan
leren.
Maar het lesniveau was tenminste hoger, Bruggemann werd
op zijn verantwoordelijkheid aangesproken, kreeg meer zelfvertrouwen en
sociale contacten.
Bruggemann: "Eigenlijk heeft inclusief
onderwijs maar één nadeel: je kunt je af en toe eenzaam voelen. Maar
dat kun je ook positief zien. Het geeft rust om bij te komen."
Kortom,
Bruggemann roept de deelraad op het burgerinitiatief voor inclusief
onderwijs over te nemen. Alleen al omdat andere jongeren leren om te
gaan met jongeren met een beperking. "Daar wordt mijn beperking
uiteindelijk ook minder van." De raad besluit het burgerinitiatief op
de agenda van juni te zetten. (HANS VAN DER BEEK)
Bron: Het Parool