Als je met hem alleen praat, lijkt er niks aan de hand. Een normaal gesprek is prima te voeren. Dat is wel anders bij speeches en vergaderingen, omdat hij de mensen dan niet goed kan aankijken en er meerdere personen tegelijk praten. "In dat soort situaties kan ik niet liplezen, maar ik krijg de aantekeningen altijd van m'n medestudenten. Ik pik het wel op, maar sta vaak aan de zijlijn", zegt Mathijs.
Destijds zochten zijn ouders naar de beste oplossing voor hun zoon. Ze kregen het advies hem naar de dovenschool in Amsterdam te sturen. Die stond bekend als de beste in Nederland. "Daar leer je gebarentaal, maar wij wilden onze Mathijs in de horendenwereld op laten groeien", zegt zijn vader Gerard.
Daarom werd Mathijs naar het Doveninstituut in Sint-Michielsgestel gestuurd. Daar leerde hij taal en uitspraak op basis van het kleine beetje restgehoor dat hij heeft.
Mathijs wil zo weinig mogelijk hulp of assistentie, het extra jaar studiefinanciering voor gehandicapten heeft hij niet nodig gehad. "Ik heb het ook nooit gewild. Ik ben een doorzetter en blijf doorgaan tot iets af is."
Deze wilskracht is terug te vinden in zijn schoolverleden.
Zijn ouders stuurden hem, ondanks een erg lage score bij de Citotoets, naar het Augustinianum. " Als-ie het niet zou halen, hadden we het in ieder geval geprobeerd", zegt zijn vader. Hij ging uiteindelijk naar het vwo. Binnen zes jaar was hij klaar met slechts één onvoldoende op z'n cijferlijst. Die was voor Engels. Mathijs had moeite met de nieuwe klanken. Ook werd er geen vrijstelling verleend voor de luistertoets. Zijn leraar zei: 'M'n hond luistert nog beter'. "Ik was woedend, uiteindelijk kreeg ik een één. Voor de herkansing heb ik maar bedankt", aldus Mathijs.
Op de TU beviel het hem goed. Hoe hij het redt, weet hij zelf ook niet. "Je rolt er eigenlijk gewoon doorheen en gaandeweg pik je dingen op." Zijn moeder Rita: "Hij heeft een heel goed geheugen."
Mathijs is officieel nog niet klaar. Hij moet zijn onderzoek nog verdedigen: " Dat is meer een formaliteit."
Wat hij hierna gaat doen weet hij nog niet. "Ik wilde bij ASML gaan werken, waar ik een stage volgde. Maar misschien ga ik nog een master doen."
De optie om te promoveren rest nog. "Eerst ga ik op skivakantie. Skiën is prachtig, dan is je hoofd even helemaal vrij van gedachten."
Bron: Brabants Dagblad / DovenTV