deuren
sluiten. Zowel de Amsterdamse Kunstraad als het Nederlands Fonds voor
de Podiumkunsten (NFP) wil het in 1990 opgerichte theatertje geen
subsidie meer geven. Daarmee verdwijnt het enige doventheater van
Nederland. "Al eeuwen horen doven bij Amsterdam", laat de
SWDA-directeur weten. "Dat heeft ook geleid tot het unieke ontstaan van
Handtheater. Het is dan ook heel raar dat Amsterdam nu afstand doet van
Handtheater."
Met de sluiting van het Handtheater valt een
georganiseerd en gestructureerd deel van onze dovencultuur weg, vindt
Russel. "Dat mag niet gebeuren. Het zou een enorm verlies zijn voor de
dovengemeenschap, zowel binnen als buiten Amsterdam. Daarnaast is het
ook beslist een groot verlies voor de horende samenleving, immers er is
- voor zover mij bekend - in heel Europa geen kunstgezelschap dat zich
niet alleen bezighoudt met producties in gebarentaal en rond de
gebarencultuur, maar tevens zoekt naar wegen om de horenden- en
dovenwereld samen te laten vloeien."
Te mager
Maar artistiek
zou het te mager zijn, zo vindt het NFP. Doven en slechthorenden moeten
weliswaar de mogelijkheid hebben om hoogstaand theater te bekijken,
maar de voorstellingen van het Handtheater overtuigen artistiek niet.
De Amsterdamse Kunstraad vindt de voorstellingen van het Handtheater
naar binnen, op de dovenwereld, gericht. Het theater bestrijdt dat.
Tachtig procent van de bezoekers zou horende zijn.
Russel kan er
kwaad om worden. "Met de sluiting van het theater verarmt de
noodzakelijke profilering van de dovencultuur." Het argument van de
Amsterdamse Kunstraad is naar zijn mening onzin. "Het is te gek voor
woorden dat Amsterdam, vol met horende theaters, geen ruimte wil bieden
aan deze unieke theatervorm."
Bron: De Telegraaf / AnnieS